De kleurenleer bij paarden is niet gemakkelijk. Vaak blijkt in de praktijk het benoemen van een kleur de nodige problemen te geven. Erfelijkheidsleer is moeilijk doch ook heel duidelijk indien men zich daarin een beetje verdiept. Een vos merrie x een vos hengst kan bijvoorbeeld nooit een andere kleur geven dan vos, dat is genetisch vastgelegd. En een pony met een aalstreep moet altijd 1 ouder hebben die ook een aalstreep heeft, dat kan hij niet van een grootouder hebben!
Beknopte uitleg erfelijkheid;
De kleur wordt bepaald door het genotype oftewel de “genen”. Elk dier heeft chromosomen in zijn cellen. Chromosomen bestaan uit genen, en deze genen komen altijd voor in paren. De genen bestaan uit 2 delen en deze delen worden apart een “allel” genoemd. Een chromosoom draagt een hele rij met genen en elk gen is opgebouwd uit 2 allelen.
Homozygoot en Heterozygoot
Als een gen twee dezelfde allelen heeft word hij homozygoot genoemd en als hij twee verschillende allelen bevat wordt hij heterozygoot genoemd. Als een gen homozygoot is weet je zeker dat een kleur 100% doorgegeven wordt. Als het gen heterozygoot is heb je 50% kans op het ene allel en 50% kans op het andere allel.
Dominant en Recessief
Genen kunnen dominant of recessief zijn. Dominante genen hebben maar 1 allel nodig om zich te uiten. Recessieve genen hebben 2 allelen nodig om zich te tonen. Dominant betekent dat als een paard het gen heeft, het aan de buitenkant zichtbaar is. (Zilver en Agouti (bruin), zijn bijvoorbeeld wel dominant, maar niet zichtbaar op een voskleuring dier)
De Allelen voor een kleur worden in de genetica aangegeven met hoofd- en kleine letters waarbij een hoofdletter staat voor een dominant gen en de kleine letter staat voor een recessief gen.